De voederkosten in de varkenshouderij maken 70 à 80% uit van de totale productiekosten. Een deel van het voeder komt niet in de maag van het varken terecht, maar gaat verloren. Deze verliezen kunnen optreden tijdens productie, opslag, transport van silo naar voederbak en door vermorsing tijdens de voederopname door de varkens. Volgens de literatuur kan de hoeveelheid voeder die op deze manier verloren gaat, variëren van 2 tot 20% (Schell et al., 2002). De verliezen hebben een negatieve invloed op de voederconversie en brengen onnodige kosten met zich mee. Ze moeten daarom tot een minimum beperkt worden.
Verliezen kunnen door vele factoren beïnvloed worden zoals:
– Correct afstelling van de voederbak,
– De vorm van het voeder,
– Beschikbaarheid van water,
– Bewaring van het voeder,
– …
De doelstelling van dit project is de varkenshouder wijzen op het belang van het voederverbruik en de invloed hiervan op de rendabiliteit in de varkenshouderij. Het is geweten dat voederconversie een kengetal is dat in grote mate de rendabiliteit van een varkensbedrijf bepaalt. De voederconversie hangt af van heel wat zaken, zoals de genetica van de dieren, het geslacht van de dieren en de voedersamenstelling. Er zijn echter ook managementfactoren die een rol kunnen spelen in het verbruik van voeder op een bedrijf. Slechte afgestelde voederbakken (zowel te ruim als te nauw), voedervermorsing en voedervorm zijn factoren die, los van de genetica van de dieren of de kwaliteit van het voeder, tot economische verliezen kunnen leiden. Met dit demoproject willen we hierop de aandacht vestigen door de opgedane kennis van op de praktijkbedrijven, samen met ervaringen uit demoproeven in de praktijkcentra te communiceren naar de varkenshouders, voorlichters en de brede varkenssector.