Meten is weten in de varkenshouderij en dat geldt zeker ook voor karkaskwaliteit. Vandaag wordt karkaskwaliteit uitgedrukt in percentage mager vlees en conformatie. Om deze slachtkwaliteit te bepalen zijn er verschillende meettoestellen bekend gaande van de gekende priktoestellen tot moderne geautomatiseerde toestellen op basis van geluidsgolven. Door grote hoeveelheden varkens te meten en de formules te wijzigen wordt er getracht een zo correct mogelijke bepaling van de slachtkwaliteit van een varken te doen. Als varkenshouder krijgen we door deze metingen informatie over de kwaliteit van onze varkens via parameters als vleesdikte, spekdikte, vleespercentage etc. Hoewel er op deze manier vaak een grote hoeveelheid data op ons afkomt is het niet altijd gemakkelijk om deze data te interpreteren, laat staan ze te gebruiken in onze bedrijfsvoering.
De laatste jaren zien we in de slachthuizen een evolutie in de richting van de geautomatiseerde toestellen. Deze geven bijzonder veel informatie over een karkas en stellen slachthuizen in staat om heel precies hun uitbetaling af te stemmen op de eigenschappen van een varken. Veel van deze gegevens worden via het IVB ook ter beschikking gesteld aan de varkenshouders. Helaas is het als individuele varkenshouder moeilijk om deze ruwe data te gebruiken in de bedrijfsvoering. Het kost wat moeite om deze data om te zetten in een bruikbare dataset. Vervolgens moeten de data dan geïnterpreteerd worden en moet de varkenshouder analyseren of hij verbeteringen kan aanbrengen.
Via het project Technische Benchmarking van vleesvarkens trachten we deze data voor de varkenshouders om te zetten in een hapklaar rapport waaruit moet blijken welke prestaties hij precies neerzet. Door de data van verschillende bedrijven anoniem naast het eigen bedrijf te plaatsen moet het de varkenshouder bovendien in staat stellen om zichzelf te vergelijken met zijn collega’s. Zijn mijn varkens lichter of zwaarder, magerder of vetter, homogener of minder homogeen in vergelijking met die van collega’s? Weet ik waarom dat het geval is en is dat een bewuste keuze of niet? Op dergelijke vragen probeert dit project een antwoord te bieden. Door met collega’s te spreken over hun resultaten krijgt iedere varkenshouder een breder inzicht over het waarom van zijn resultaten. Lever ik toppen af of werk ik all-in/all-out? Selecteer ik mijn biggen goed bij opzet? Werk ik met andere genetica? Dergelijke vragen kunnen alleen beantwoord worden door varkenshouders zelf.